Het kabinet gaat zich alvast beraden op extra maatregelen voor 4 en 5 mei. Dat lijkt mij verstandig. Vooral dodenherdenking en de twee minuten stilte op de Dam zouden weleens anders kunnen verlopen dan we gewend zijn. Een voorschot op wat ons mogelijk te wachten staat, heeft u zondag kunnen zien tijdens de opening van het Holocaustmuseum in Amsterdam. Activisten nemen bezit van de publieke ruimte en maken er de dienst uit.
Het kabinet gaat zich alvast beraden op extra maatregelen voor 4 en 5 mei. Dat lijkt mij verstandig. Vooral dodenherdenking en de twee minuten stilte op de Dam zouden weleens anders kunnen verlopen dan we gewend zijn. Een voorschot op wat ons mogelijk te wachten staat, heeft u zondag kunnen zien tijdens de opening van het Holocaustmuseum in Amsterdam. Activisten nemen bezit van de publieke ruimte en maken er de dienst uit.
Volgens de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema ’hoort het recht op demonstreren bij een open samenleving.’ Ik zal het u sterker vertellen: de vrijheid van betoging en vergadering is een grondrecht en staat als artikel 9 in onze Grondwet. Maar de boosheid en de schaamte over de gebeurtenissen bij de opening van het Holocaustmuseum gaan niet over het recht op demonstreren, maar over de ruimte die de Jodenhaat krijgt van een naïeve en moreel passieve overheid.
Inschattingsfout
In de wet staat ook dat de overheid haar best moet doen om demonstraties op hoor- en gezichtsafstand van het mikpunt te laten plaatsvinden. Tenzij daarbij andere evenementen ernstig verstoord raken. Gezien de snel groeiende vijandigheid tegenover Joden en Israël was het voor iedereen duidelijk dat zo’n verstoring zondag op stapel stond. Dat het toch zo uit de hand kon lopen, is het gevolg van een dramatische inschattingsfout van de burgemeester, die over de openbare orde gaat.
Officieel ging het de demonstranten om de Israëlische president Yitzhak Herzog, die voor de opening van het museum speciaal naar Nederland was gekomen. Dat het niet om Herzog ging, maar om Joden en het bestaansrecht van Israël, werd wel duidelijk met het scanderen van de bekende leuzen, bedoeld om het speciale moment en de plechtigheid rond de opening van het museum te verstoren. Als het om Herzog zou gaan, waarom werd een overlevende van de Holocaust en zijn achterkleindochter dan de huid vol gescholden?
Supporters van de terreurorganisatie, die de moordpartij op 7 oktober met een verbijsterende wreedheid en satanisch genoegen heeft uitgevoerd, lieten aan de eerste bezoekers van het museum weten hoe bedreigend dichtbij ze waren. „Hamas is my brother!” schreeuwde iemand, die bij de entree van het museum mocht ’demonstreren’. ’Hamas is mijn familie, ik zal ze op je afsturen’, was het dreigement.
De hele pro-Palestina-/pro-Hamasmanifestatie zondag in Amsterdam was gemotiveerd door de haat tegen het leed van de Holocaust. Antisemieten beweren altijd dat de industriële vernietiging van de Joden in Europa niet – of op veel kleinere schaal – heeft plaatsgevonden. Zoals de pogrom op 7 oktober geen rol mag spelen in deze oorlog en zoals de foto’s van de Israëlische gijzelaars niet in het straatbeeld mogen hangen en van muren en lantaarnpalen worden afgescheurd. De demonstratie ging niet om Herzog, maar om elke herinnering aan de Holocaust te overschreeuwen. Voor antisemieten bestaat Joods leed niet, hoe openlijk en massaal zich dat ook heeft voorgedaan.
De gemeente Amsterdam had de opening van het museum waardig kunnen laten verlopen door de omgeving ruimer af te zetten en de demonstratie te verhuizen naar elders. Dan maar even niet op hoor- en gezichtsafstand. Ook al betreft het de president van Israël. Maar zoals gezegd, het ging de demonstranten niet om Herzog, het ging ze om de Holocaust.
De overheid gedraagt zich machteloos tegenover de groeiende Jodenhaat van de straat. De pro-Hamasdemonstranten ruiken die zwakte en kapen de publieke ruimte wanneer en hoe zij dat wensen.
Worstcasescenario
Waarop bereidt het openbaar bestuur in Amsterdam en Den Haag zich, met het oog op 4 mei, eigenlijk voor? Ik zou maar uitgaan van een worstcasescenario. Dat wil zeggen: een verstoring van de twee minuten stilte en van de gehele dodenherdenking op de Dam in Amsterdam. Bij een deel van de activisten legt het respect voor de doden het af tegen de haat jegens de Joden.
Als je tijdens de opening van een museum over de Holocaust overlevenden op een meter afstand kunt uitschelden en toeschreeuwen, waarom zou je dan twee minuten stil zijn voor de zes miljoen Joden die niet aan de massavernietiging konden ontkomen? En de volgende ochtend verkeert Nederland nog steeds in shock, maar lukt het iemand om in een krant op te schrijven of aan een talkshowtafel te beweren dat protesteren tijdens dodenherdenking nu eenmaal bij een open samenleving hoort.
Deze column verscheen op 14 maart 2024 in De Telegraaf
Reactie plaatsen
Reacties