De chantage is officieel! Om de migrantenstroom richting de Europese Unie te stoppen stelt de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov voor dat Brussel geld overmaakt aan dictator Aleksandr Loekasjenko van Wit-Rusland. De brutaliteit waarmee deze afpersing gepaard gaat, vraagt om een radicaal andere opstelling van Brussel. Dit gaat om het behoud van de EU.
Lavrov probeerde er dinsdag nog een algemeen verhaal van te maken door – uiteraard – te verwijzen naar de deal die de EU in 2016 sloot met de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Lavrov zei: ’De EU moet consistent zijn. Als ze Turkije betaalt om immigranten tegen te houden, moet ze ook Wit-Rusland betalen.’
Je vraagt je bijna af of Lavrov niet in de gaten heeft, dat de EU op de hoogte is van het feit dat de dictator van Wit-Rusland deze mensenhandel persoonlijk op poten heeft gezet. Bewijzen daarvoor zijn er in overvloed. En van zijn motieven maakt Loekasjenko ook geen enkel geheim: de EU onder druk zetten om de economische sancties tegen hem op te heffen.
De immigranten die aan de grens met Polen bivakkeren, vertellen allemaal hetzelfde verhaal. Er worden in het Midden-Oosten, Afghanistan en Afrika Wit-Russische toeristenvisa verstrekt voor zeven dagen. Mensen worden opgehaald door de nationale luchtvaartmaatschappij van Wit-Rusland. Eenmaal aangekomen in de hoofdstad Minsk is het wachten op vervoer naar de grens met Polen.
De grote vraag is natuurlijk: wat gaat de Europese Unie doen? Voorlopig liggen Polen en Litouwen in de frontlinie van de afperser uit Minsk. Zij hebben de afgelopen maanden een grenshek gebouwd en zijn dat hek in allerijl aan het verstevigen en uitbreiden.
Hekken aan de grens is een werkelijkheid waar andere EU-landen, waaronder Nederland, liever van wegkijken. Het is deze week 32 jaar geleden dat de Berlijnse Muur viel. Een ondenkbaar historisch moment met de belofte van een grenzeloze wereld. Ten onrechte. De symboliek werd verstoord door crises elders in de wereld en de toestroom van migranten en vluchtelingen in de richting van Europa.
Het bewaken van de buitengrens van de EU wordt geassocieerd met hekken neergezet door populisten in Hongarije en Polen. Ook het terugduwen van migranten door de Griekse kustwacht verdient geen schoonheidsprijs. Maar ook EU-lidstaat Litouwen, die verder keurig in de pas met de Unie loopt, heeft een hek neergezet.
En het hek van Litouwen en van Polen is ook ons hek. Zonder waren honderdduizenden migranten al in Duitsland en Nederland aangekomen. Ter Apel mag de Polen dankbaar zijn.
Zonder grenshek stond Brussel met de rug tegen de muur. Het had moeten kiezen tussen een permanente luchtbrug via Minsk met miljoenen mensen vanuit Syrië, Irak, Afghanistan en Afrika op weg naar de Europese Unie óf Loekasjenko betalen om te stoppen met die luchtbrug.
Het criminele bewind in Minsk heeft alle pogingen van Erdogan om de EU te chanteren onder het kopieerapparaat gelegd. Ook Erdogan bracht immigranten met bussen naar de Griekse grens, om ze vervolgens het niemandsland door te jagen tot aan de Europese Unie.
Als de EU het vertrouwen wil van haar burgers en serieus genomen wenst te worden door haar meedogenloze buren, zal zij moeten overstappen op meer realpolitik. Oftewel: naar buiten toe minder ideologische luchtfietserij en meer pragmatisch beleid gericht op resultaat. Anderen de kans geven tot afpersen is uit den boze, het zelf controleren van de gehele Europese buitengrens een noodzaak.
Premier Mark Rutte vond drie jaar geleden tienduizend man voor de Europese grensbewaker Frontex nog te duur. Dat is weinig solidair met de lidstaten aan de randen van de Unie. De EU-buitengrens is de verantwoordelijkheid van alle EU-landen.
De echte wereld ís realpolitik en Fort Europa is voor het behoud van de EU onontkoombaar. De achterdeur open laten staan is niet alleen vele malen duurder, het drijft miljoenen mensen vanuit de hele wereld op valse hoop en met gevaar voor eigen leven deze kant op. Dat is niet humaan, dat is cynisch.
Deze column verscheen op 10 november 2021 in De Telegraaf
Reactie plaatsen
Reacties