Mocht Ongehoord Nederland (ON) binnenkort van het scherm verdwijnen, dan zal ik deze omroep geen seconde missen. Het ’Zwarte Pietenjournaal’ was humorloos, slecht en rancuneus, de commentaren in ’Ongehoord Nieuws’ zijn voorspelbaar en niet zelden onbewezen complotten, en de gesproken column van voorzitter Arnold Karsksens doet pijn aan alle zintuigen. Dat de omroep nu zijn vergunning dreigt kwijt te raken, is uniek voor het Nederlandse omroepbestel en verdient een bredere context dan alleen de omroepregels die ON heeft overtreden.
ON is in alles een product van een gepolariseerde samenleving. De oud-oorlogscorrespondent Karskens vergaarde in no-time het benodigde aantal leden onder grote groepen mensen die zich ongehoord en ongezien voelen in Den Haag en Hilversum. Hoe groot die groep in potentie is, hebben we vorige maand gezien bij de uitslag van de verkiezingen voor de Provinciale Staten.
Als ON zich gehouden had aan een basale journalistieke norm als waarheidsvinding en zich had opengesteld voor samenwerking met andere omroepen, wie weet was het dan nog iets geworden. Maar Karskens zit vol miskenning, rancune en vijandschap richting de bestaande omroepen en ON werd vanaf dag één een eiland voor complotdenkers en een propagandakanaal voor populistisch rechts. De aversie van ON tegen de andere omroepen is geheel wederzijds.
Ruimte
Dat Ongehoord Nederland het überhaupt tot aspirant-omroep heeft geschopt, is iets wat de bestaande omroepen zich kunnen aantrekken. Zo veel omroepen en dan nóg een volksdeel missen, is een gotspe. De ruimte in het bestel is ontstaan door een opvallende eensgezindheid rond een aantal thema’s waarover in het land heel verschillende opvattingen bestaan.
Zo heeft ’Hilversum’ besloten tot het afschaffen van Zwarte Piet terwijl meer dan de helft van de Nederlanders nog altijd graag Sinterklaas viert mét Zwarte Piet. Bij de publieke omroepen is één versie van het klimaatverhaal dominant: die van alarm en de Extinction-rebellen. De asielcrisis wordt uitsluitend besproken in termen van opvang en gaat zelden over beperking van de toestroom of overlast. Dat zijn keuzes van redacties en daarop worden gasten geselecteerd.
Diversiteit bij de NPO gaat over culturele achtergrond, huidskleuren en genders; nadrukkelijk niet over politieke en maatschappelijke opvattingen. Het beeld en geluid van de publieke omroepen gezamenlijk blijft links-liberaal en progressief.
Ombudsman
Verwijten over eenzijdigheid die Ongehoord Nederland terecht treffen, gelden ook voor andere omroepen. Ombudsman van de publieke omroepen Margo Smit in Het Parool: „Dingen die ik bij ON zie, zie ik ook bij andere programma’s: journalisten die niet doorvragen, meningen die als feiten worden verkondigd, mensen die zonder weerwoord mogen leeglopen.”
De klachtenregen is niet zo groot als tegen Ongehoord Nederland, maar er is wel gegronde reden tot zorg. „Ik hoor de laatste paar jaar steeds vaker van kijkers: we geloven jullie niet meer, jullie missen signalen. Mensen voelen zich niet gehoord. Het ongemak over de journalistiek wordt steeds urgenter”, aldus de Ombudsman.
Mogelijk missen omroepen signalen van elders, omdat ze te druk zijn met zichzelf. De meeste omroepen zijn archaïsche restanten van een tijd waarin katholieken, protestants-christelijken, socialisten en liberalen hun eigen zuilen hadden en hun levensbeschouwing gerepresenteerd zagen in de programma’s van hun omroep. Daarvan is nu geen sprake meer en de omroepen zijn druk met het in stand houden van een nieuwe reden van bestaan.
Motto’s
Zo is bij Kro-Ncrv het katholieke en het christelijke vervangen door ’Maak morgen mee’. De omroep zegt bij te dragen aan ’een eerlijkere, groenere en lievere dag van morgen’. Bnn-Vara is ook voor ’eerlijk’ en voor ’gelijkwaardig’. AvroTros is er ’echt voor iedereen’ en wil ’bijdragen aan binding en beschaving’. Het zijn mooie motto’s verzonnen door dure marketingbureaus, maar met het representeren van een geestelijke of maatschappelijke stroming hebben ze natuurlijk niets te maken. Je zou kunnen zeggen, dat Ongehoord Nederland dat in elk geval beter doet.
Media-staatssecretaris Gunay Uslu (D66) neemt de tijd om zich te buigen over het verzoek van de NPO om ON uit het bestel te kieperen. Zij wordt daarbij hinderlijk voor de voeten gelopen door politici – ook van haar eigen partij – die luidruchtig roepen om het uitschakelen van de omroep in kwestie. Het publieke bestel is van ons allemaal en politieke partijen gaan niet over de samenstelling ervan.
Tot welk oordeel de staatssecretaris ook komt, de voedingsbodem voor een omroep als Ongehoord Nederland zijn de bestaande omroepen zelf. Minder eenduidigheid, meer diversiteit in opvattingen en vooral beter luisteren naar de samenleving maken ON vanzelf overbodig.
Deze column verscheen op 26 april 2023 in De Telegraaf
Reactie plaatsen
Reacties