Tegen het advies van de Raad van State in gaat het referendum geen deel uitmaken van onze democratie. Een zoveelste poging tot invoering van de volksraadpleging strandde dinsdag in de Tweede Kamer.
Volgens verwachting is het wetsvoorstel van tafel geveegd door een minderheid van VVD, CDA en SGP, aangevuld met Denk, Volt en Bij1. Samen 55 zetels. Eens in de vier jaar luisteren naar de bevolking is al een hele opgave, laat staan dat de kiezers tussendoor ook nog iets te zeggen krijgen.
Het wegstemmen van een beetje burgerinvloed komt op een moment dat het vertrouwen in de politiek en de overheid als geheel op een naoorlogs dieptepunt zit. Dat wantrouwen is geheel wederzijds, want alle ideologische bezwaren ten spijt wordt het referendum door politieke tegenstanders vooral gezien als een hinderlijke onderbreking van hun mandaat als lid van de regering of Kamerlid.
Klimaatwet
Wat dinsdag werd weggestemd, was een mogelijkheid voor burgers om aangenomen wetten ter correctie terug te sturen naar de volksvertegenwoordiging. Zo zou in de toekomst bijvoorbeeld een ingrijpende klimaatwet gewijzigd kunnen worden op onderdelen waar burgers aanpassing verlangen. Het initiatief blijft dus bij de Tweede Kamer en de toetsing bij de Eerste Kamer, maar burgers kunnen, bij voldoende animo, om bijstelling vragen.
Daar bleek eerder in een eerste stemronde een meerderheid in Eerste en Tweede Kamer voor te zijn. Maar omdat het een grondwetswijziging betreft vereiste het voorstel een tweede stemronde en een twee derde meerderheid. Die was er niet. De Tweede Kamer houdt niet van bestuurlijke vernieuwing en al helemaal niet als daarmee directe democratie wordt ingevoerd.
Raadgevend referendum
Eerder sneuvelde in de handen van het vorige kabinet-Rutte het raadgevend referendum. Raad vragen aan burgers is iets wezensvreemd voor de Nederlandse politiek. Er wordt hier onderhandeld en overlegd met andere partijen en belangengroepen. De kiezers tussendoor om raad vragen wordt ervaren als gezichtsverlies en hinderlijk. Hoe hinderlijk, zagen we bij de referenda over de Europese grondwet (2005), het associatieverdrag met Oekraïne (2016) en de Sleepwet (2018). Drie keer wilden de burgers iets anders dan het kabinet. Weg volksraadpleging.
Wat deze referenda in elk geval hebben opgeleverd is zicht op de kloof tussen burgers en politici en hoe bang en grenzeloos arrogant de laatste groep is. Die kloof werd ook gezien door de Staatscommissie parlementair stelsel in 2018. Na twee jaar onderzoek alarmeerde deze ’commissie Remkes’ ons dat een steeds grotere groep burgers zich niet meer vertegenwoordigd voelt door het landsbestuur. Grote problemen die zij als urgent ervaren worden niet opgelost en verkiezingsbeloften verdwijnen in de compromissen van een nieuw regeerakkoord.
Afgehaakte kiezers
Remkes waarschuwde dat te veel kiezers afhaken. Dat ontdekten geograaf Josse de Voogd en onderzoeker René Cuperus ook. Zij brachten de apathie en de wanhoop in kaart met de Atlas van Afgehaakt Nederland. Burgers buiten de Randstad die zich niet meer betrokken weten bij het grote geheel, omdat ze genegeerd worden door het openbaar bestuur. Precies de reden waarom ook de Raad van State – het belangrijkste adviesorgaan van het kabinet – voor een correctief referendum is: betrek de burgers bij hun eigen bestuur.
Het is allemaal tegen dovemansoren. Gênant is het stemgedrag van Volt en Bij1, die zich onderdeel wanen van progressieve politiek. Wat niet verrast, is dat de machtspartijen VVD en CDA helemaal geen raad van de burgers willen en zeker niet door hen gecorrigeerd wensen worden. Door niemand niet.
’De luiken gaan dicht’
’De luiken gaan dicht’, constateerde de voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Jeroen Dijsselbloem vrijdag in de Volkskrant. Zijn conclusies over het kabinetsbeleid gedurende de eerste fase van de Covid-pandemie werden door Hugo de Jonge botweg terzijde geschoven en premier Mark Rutte heeft nog helemaal niet inhoudelijk gereageerd.
Defensief, naar binnen gekeerd, niet bereid om te leren opdat het een volgende keer beter gaat. Het is deze mentaliteit die de steun in het land voor de boeren verklaart. Grote missers als de gasschade in Groningen, de toeslagenouders en de uithuisplaatsingen hebben geen politieke consequenties en de bereidheid om ervan te leren is er evenmin.
Spelen met vuur
Het volk krijgt beleid waar het niet om heeft gevraagd en mag voor duizend onderwerpen een keer in de vier jaar naar de stembus. Dat is in een democratie spelen met vuur. ’Dan haken ze maar af’, hoor je Rutte denken.
SP-fractievoorzitter Lilian Marijnissen zei in het debat over het boerenprotest: ’Een politiek die onmachtig is de gewone problemen van mensen op de lossen, die zaait woede.’ Onmachtig is nog vriendelijk geformuleerd; onverschillig zou ik zeggen. De partijen die het referendum wegstemden wensen de invloed van de burgers op het openbaar bestuur te beperken tot het strikt noodzakelijke van de periodieke verkiezingen. Je moet wel een grondige hekel aan de bevolking hebben om het tegen alle adviezen in zo op afstand te houden.
Deze column verscheen op 6 juli 2022 in De Telegraaf
Reactie plaatsen
Reacties