De overwinning van BBB bij de Provinciale Statenverkiezingen is de derde grote kiezersrevolte in Nederland deze eeuw. Het politieke establishment schiet blijkbaar bij herhaling op belangrijke momenten tekort en het electoraat rekent af. Zo’n afstraffing vormde voorheen voor de gevestigde politiek geen aanleiding tot zelfreflectie of het aantrekken van het boetekleed. Vandaar de herhaling.
Premier Mark Rutte omschreef de uitslag van vorige week woensdag als een ’schreeuw naar Den Haag’. Het slechte resultaat voor zijn VVD en de andere coalitiepartijen overviel hem toch. Alsof de protesten, de zee van omgekeerde vlaggen (ook in de weilanden net buiten Den Haag) en een jaar lang slechte peilingen voor zijn kabinet nooit hun beslag konden krijgen bij verkiezingen. De cockpit van het landsbestuur is een goed afgesloten bubbel.
Treffend
De premier had zijn woorden treffend gekozen. De meeste mensen beginnen pas te schreeuwen als zij ervaren dat er niet meer naar hen wordt geluisterd. En dat is wat er uiteraard aan de hand is. „Niet iedereen die op BBB gestemd heeft, ligt wakker van stikstof. Stikstof is een symbool van je niet gehoord en gezien voelen”, aldus publicist Bas Heijne zondag in Buitenhof. Het is hoopvol dat linkse intellectuelen als Heijne de nieuwe revolte aanzien voor wat die is: een vertrouwensbreuk tussen kiezers en gekozenen.
De breuk is wederzijds, want ook politici vertrouwen kiezers niet. Anders had het referendum inmiddels wel een vaste plek gekregen in onze democratie, zoals in 2018 nadrukkelijk is geadviseerd door de staatscommissie parlementair stelsel. Maar het gaat er in een land waar het volk zijn leiders kiest niet om of de leiders het volk vertrouwen, maar of het volk zijn leiders nog vertrouwt.
Pim Fortuyn
De eerste keer dat dat helemaal fout zat, bleek in de paarse jaren van overvloed. Vanwege de economische voorspoed onder de kabinetten-Kok I en II kon het politieke establishment zich eenvoudigweg niet voorstellen, dat er wezenlijke onvrede in de samenleving bestond over minder materiële zaken zoals de multiculturele samenleving, veiligheid, de staat van het onderwijs en de afstand van burgers tot hun bestuur. De klachten werden door de politieke klasse toegeschreven aan verwende boze burgers, onderbuikgevoelens en de ’rechts-extremistische’ buitenstaander Pim Fortuyn.
Hoe breedgedragen het verzet tegen het politieke establishment was, bleek tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2002, waar Fortuyn in één keer de grootste werd in zijn woonplaats Rotterdam. Twee maanden later – hij mocht het zelf niet meer meemaken – behaalde zijn partij bij landelijke verkiezingen in één keer 26 zetels in de Tweede Kamer. Peilingen voorspelden de kiezersrevolte al maanden en het dedain en de vijandigheid van de gevestigde politiek tegenover Fortuyn hadden daaraan ruimschoots bijgedragen.
De weinig succesvolle regeringsdeelname van de Lijst Pim Fortuyn en de ontbinding van de partij daarna moet de politieke klasse hebben gerustgesteld. Ook de kiezers waren gewaarschuwd dat beloftes doen en beloftes nakomen ook bij nieuwkomers niet in elkaars verlengde hoeven te liggen.
Thierry Baudet
Maar er ontstaan vanzelf nieuwe breuken als het ongerief in de samenleving over het landsbestuur niet langer wordt opgemerkt in Den Haag. Zo kon nieuwkomer Forum voor Democratie als grootste uit de bus komen bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2019. Op onderwerpen die kiezers beroerden, maar waarop zij geen enkele zeggenschap ervaarden.
Er was ingrijpend klimaatbeleid uitgerold, met 150 organisaties maar zonder ruggespraak met kiezers. Strenger immigratiebeleid was ook toen al een langjarige wens uit de samenleving, maar kreeg geen prioriteit in kabinet en Tweede Kamer. En kiezers keken met argusogen naar de voortgang van de Europese eenwording. Waar burgers twijfelden aan de democratische legitimiteit van ’Brussel’, zagen de gevestigde partijen verdere integratie als wenselijk en onontkoombaar.
Als Thierry Baudet zijn kop erbij had gehouden, was het wellicht anders gelopen, maar ook bij FvD kon de gevestigde politiek achterover leunend de zelfonttakeling gadeslaan. En opnieuw de geruststelling dat het populistisch alternatief zichzelf vroeg of laat zal opblazen.
Hoogmoed
En nu, vier jaar later, is het weer raak. Nieuweling Caroline van der Plas wordt met BBB in één keer de grootste partij in alle provincies en in de Eerste Kamer. De partij benoemt een breed ervaren wantrouwen tegen een politieke en bestuurlijke klasse die het contact met kiezers minimaliseert tot een paar campagneweken en keer op keer bewijst geen boodschap te hebben aan wat grote groepen burgers beroert.
Een raadsel is waarom het politieke establishment het steeds zover laat komen? Waarom signalen uit de samenleving of zelfs uit de eigen achterban negeren als dat de concurrentie in de kaart speelt? Verkiezingen verliezen kan toch geen opzet zijn?
De Spaanse visionair José Ortega y Gasset schreef in 1930 het meesterwerk De opstand van de massamens over revoltes en zelfgenoegzame elites, beide een gevaar voor democratisch bestuur. Het boek is verplichte kost voor kabinet en volksvertegenwoordigers tijdens de dagen waarin zo plechtig is beloofd te reflecteren op de eigen hoogmoed.
Deze column verscheen op 22 maart 2023 in De Telegraaf
Reactie plaatsen
Reacties