Geen rebellie maar huiveringwekkende meeloperij van studenten

Gepubliceerd op 21 december 2024 om 16:23

Op de brug bij het Binnengasthuisterrein van de Universiteit van Amsterdam (UvA) staat een politieagent te praten met een man met een baard, een Palestina-sjaal om zijn hoofd en in zijn rechterhand een megafoon. Dit is geen student.

Wat er gezegd wordt, is niet te verstaan, want het gesprek is in het Arabisch, maar het ziet er uit als overleg. De aanvoerders van het studentenprotest hebben in veel gevallen niets met de universiteit vandoen, maar de studenten zijn als was in hun handen. Hier is geen sprake van rebellie, maar juist van huiveringwekkende meeloperij.

 

Wie er bij de bezettingsacties en de harde confrontaties met de mobiele eenheid precies aan de touwtjes trekt is nog niet helemaal duidelijk. De man met de megafoon op de brug komt volgens verschillende bronnen uit Syrië. Dat het moslimactivisme een stuwende kracht is achter deze demonstraties is geen verrassing. Het gaat immers om Palestijnen en Israël. Net als bij de bezettingsacties op de Amerikaanse universiteiten verschijnt in Amsterdam Samidoun ten tonele. Dit is een groep die de terreuractie van Hamas op 7 oktober bejubelt en om die reden in Duitsland verboden is. Op het terrein van de UvA delen ze de lakens uit.

Antifa

Verder zien we op de barricaden in hartje Amsterdam de gestaalde kaders van Antifa. Die zijn er ook op de Amerikaanse campussen. In de VS levert een bedrijf als Crowds on Demand organisatoren, sprekers en demonstranten op bestelling. Het feit dat het studentenprotest steeds meer in handen kwam van niet-studenten was voor de Democratische burgemeester Eric Adam van New York een belangrijke reden in te grijpen op de Columbia-universiteit.

 

Maar geen protestleiders zonder volgzame kudde. De activisten van UvA mogen dan de academische voorhoede in wording zijn, origineel zijn ze niet in hun activisme. De tentjes en de barricaden waren nagebootst van wat zich in Amerika afspeelt. Het is copycat-gedrag. De nabootsing zien we ook terug in de spreekkoren over ’blanke suprematie’, ’zionisten’ en het eindeloze ’from the river to the sea’

Moordpartij op 7 oktober

De spreekkoren op zichzelf vereisen strikte volgzaamheid. Er is een aanvoerder die de kreten voorzegt en de studenten herhalen ze gedwee alsof het zombies op de automatische piloot zijn. De behoefte te volgen is zo groot, dat er soms alvast maar wordt begonnen met het herhalen van de instructies die ze krijgen. Het maakt niet uit welke opdracht je de activisten geeft, ze doen het zonder vragen en zonder na te denken. Onthutsend zijn de interviews met studenten die niet weten over welke rivier en welke zee ze het precies hebben. Net zo onwetend en gedachteloos als inmiddels de moordpartij op 7 oktober in spreekkoren wordt bejubeld als „long live October 7th!”

 

Het meest veelzeggend, aangaande hun volgzaamheid, is misschien wel dat deze studenten gehoorzamen aan het spreekverbod dat hen door de leiders van het protest wordt opgelegd. Vrijwel geen demonstrant praat met journalisten. Verslaggevers worden doorverwezen naar ’een woordvoerder’ en er wordt openlijk toegegeven dat er een spreekverbod geldt. Overigens ook een opvallende parallel met de Amerikaanse campussen. De huichelarij is niet te missen: roepen dat je bevrijding nastreeft en je gelijktijdig laten muilkorven door de eerste de beste actieleider.

Klassenstrijd

Het conformisme bij studenten en docenten is niks nieuws op universiteiten. Ik heb aan de UvA gestudeerd. Daar in de Oudemanhuispoort en op het Binnengasthuisterrein liep ik in de jaren tachtig de colleges politicologie. Het marxisme was nog steeds in de mode. Er kon geen paper of werk worden ingeleverd zonder de klassenstrijd als theoretisch kader. De enkele hoogleraar die daar van durfde af te wijken – professor Hans Daudt – werd door collega’s en studenten belachelijk gemaakt, geëxcommuniceerd en verbannen naar een kamertje achterin de gang. Toen al was de subfaculteit Politicologie een extreemlinks bolwerk. Of beter gezegd: dat was het nog steeds.

 

In zijn memoires Goed Fout schrijft de inmiddels overleden emeritus hoogleraar Meindert Fennema over de sociale en politieke druk op de UvA in de jaren zestig en zeventig. Wie de verkeerde standpunten innam, deugde niet. ’Een politiek meningsverschil werd onmiddellijk een persoonlijke vete. Dat het politieke, ook persoonlijk is, vormt de basis van het totalitarisme’, aldus Fennema. De consequenties van een ’verkeerde’ mening op deze universiteit waren groot en zijn dat nog steeds.

Politiek wenselijke opinies

 

De UvA levert opnieuw een generatie studenten af, die getraind is in ideologische discipline en politiek wenselijke opinies. Er zijn vele volkeren in de wereld met minder of geen eigen grondgebied, maar blijkbaar geeft alleen het lot van de Palestijnen toegang tot een plekje aan de goede kant van de geschiedenis. Een goede kant veronderstelt niet alleen ook een verkeerde kant, maar vooral een onverbiddelijke scheidslijn tussen goede en slechte mensen.

 

Eenmaal bevangen door de wens om aan de goede kant te staan, is er de angst om door de ander ingedeeld te worden bij de verkeerde kant. Het bestuur van de UvA kreeg er knikkende knieën van en gehoorzaamde alvast aan de eis van de bezetters, om op de proppen te komen met een lijst van samenwerkingsverbanden met Israëlische wetenschappers. Om een goed mens te willen zijn, kiezen laffe meelopers desnoods de methoden van de allerslechtsten.

 

Deze column verscheen op 12 mei 2024 in De Telegraaf

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.