Deze maand, op 13 april, had de Brits-Amerikaanse journalist Christopher Hitchens 74 jaar moeten worden. Hij heeft ons een van de mooiste pleidooien voor de vrije meningsuiting nagelaten. Ik heb ’m zo vaak gehoord, dat ik delen ervan uit mijn hoofd ken. Hierbij de kern van zijn betoog voor iedereen die bang is of beweert dat met de overname van Twitter door Elon Musk het einde van Twitter of zelfs van de beschaving nabij is.
Hitchens hield zijn pleidooi op 15 november 2006 in Toronto op uitnodiging van de Universiteit van Toronto. Het onderwerp vrijheid van meningsuiting was actueel vanwege het debat in Canada over aanscherping van de zogenoemde hate speech laws. Dat zijn wetten die in Canada bepalen of er sprake is van groepsbelediging middels haatdragende taal. Een rechter kan op basis van deze wetgeving de vrije expressie van iemand aan banden leggen. De maximumstraf is twee jaar cel.
Een van de problemen bij deze wetgeving is dat er een sluitende definitie ontbreekt van wat haatdragende taal precies is. Het draait in de meeste juridische zaken om hoe anderen de taal opvatten. Teksten kunnen voor de een geen enkel probleem zijn, maar door de ander als beledigend of haatdragend worden ervaren.
We hebben het hier over taal die haatdragend kán zijn. Het draait in veel gevallen om interpretatie en dus ook om willekeur.
Hartstochtelijk
Voor iedereen die ooit iets van deze Hitchens gelezen of gehoord heeft, is het geen verrassing dat hij zich toen in Toronto hartstochtelijk keerde tegen deze beknotting van het vrije woord. Met een aantal historische en recente voorbeelden beargumenteert hij dat in veel gevallen de taal niet onverdraagzaam is, maar dat de intolerantie juist huist in degenen die het hardste roepen om inperking van het vrije woord.
De vrees van Hitchens was dat juist de onverdraagzamen de bescherming zoeken van de hate speech laws. Zoals militante moslims in Londen, Parijs en Toronto demonstreren tegen ’islamofobie’ en de onthoofding eisen van iedereen die in hun ogen de islam beledigt.
Dreigementen
Hitchens: ’Worden zij vervolgd wegens haatdragende taal? Nee. Zijn mensen die kritiek hebben op hun religie, in gevaar? Ja.’ Niet alleen vanwege dreigementen uit islamitische hoek, maar vanwege een mogelijke veroordeling wegens ’islamofobie’ of groepsbelediging. ’Waar zijn jullie prioriteiten, dames en heren?’, vraagt hij zijn toehoorders in de zaal.
Zelf geeft Hitchens voorrang aan de openlijke oproepen tot geweld en de private bedreigingen aan zijn eigen adres door mensen die zich beledigd voelen over wat hij zegt en schrijft.
Maar er is nog een principiële reden waarom het fout is om belediging boven het vrije woord te plaatsen: het zit de vooruitgang in de weg. Hitchens stelt dat de vrijheid van meningsuiting niet alleen van toepassing is op iedereen die anderen deelgenoot wil maken van zijn of haar gedachten, maar dat het belang van de toehoorders minstens zo groot is. Iedere keer als je iemand het spreken of schrijven ontzegt, ontneem je jezelf en anderen de kans om iets te horen waarmee je je voordeel kunt doen.
Galileo Galilei
De geschiedenis kent voorbeelden te over. Klassiek is de ontdekking van de Italiaanse astronoom en natuurkundige Galileo Galilei in de zeventiende eeuw, dat de zon niet om de aarde draait, maar de aarde om de zon. Een ontdekking die hem in conflict bracht met de katholieke kerk, die zijn bewering lange tijd verborgen hield. Het verzet van gekwetsten tegen wat hun onwelgevallig is, kan hardnekkig zijn. De officiële kerkelijke rehabilitatie van Galilei vond pas plaats in 2008.
Tegenwoordig zijn sociale media als Twitter en Facebook de plekken waar ’verboden’ beweringen worden geweerd. Daarbij bepaalt wetgeving de ondergrens van wat is toegestaan, maar spelen de eigen regels van de socialemediabedrijven een nog veel grotere rol bij de selectie van wat mag en wat niet.
Nepnieuws
Dat in de strijd tegen haatzaaierij en nepnieuws nogal selectief wordt gewinkeld, laat onder meer het Covid-verhaal over het laboratorium in Wuhan zien. Het opperen van de mogelijkheid dat het Covid-virus uit het laboratorium was ontsnapt, was lang taboe op sociale media. Suggesties in die richting konden rekenen op een permanente verwijdering wegens het verspreiden van nepnieuws. Tot The Wall Street Journal een rapport in handen kreeg waaruit bleek dat de Amerikaanse overheid serieus rekening hield met dit scenario.
Zolang met de eigen regels ook conservatieve accounts – zoals die van Donald Trump, FoxNews-presentator Tucker Carlson, de New York Post en recentelijk Geert Wilders – tijdelijk of permanent de wacht kon worden aangezet, vond de progressieve goegemeente dat ’iedereen een socialemediabedrijf mag beginnen en eigen regels kan opstellen voor het gebruik’. Maar nu Elon Musk met de koop van Twitter precies dat doet, is het volgens deze mensen een groot probleem.
Angst
PvdA-Europarlementariër Paul Tang en voormalig D66-Kamerlid Kees Verhoeven vrezen opeens de ophef op het medium, die voor zakenman Musk louter lucratief zou zijn, maar van Twitter, nog meer dan nu, een poel des verderfs zou maken. Ik vermoed dat zij vooral bang zijn dat Trump en andere rechtse geluiden van Musk weer toegang krijgen tot het debat op Twitter. En ze zijn in die angst niet de enigen.
En daarmee zijn we terug bij het instinct en de onverdraagzaamheid die het debat over de vrije meningsuiting ten diepste beroeren: hoe snoer ik mijn tegenstanders de mond? Een weinig heilzame grondhouding voor het voeren van een open debat. Laat mij vrij om te luisteren naar een ander, ook op Twitter.
Deze column verscheen op 27 april 2022 in De Telegraaf
Reactie plaatsen
Reacties
test